Kan je iets vertellen over jouw levensloop?
Als je kind bent, ga je vanzelf tekenen en ik ben er nooit mee opgehouden. Ik ben geboren in 1947 en opgegroeid in het Zuidwesten van Duitsland dicht bij de Zwitserse grens. Toen ik vijfenhalf jaar was kreeg ik last van kinderverlamming. Veel later pas besefte ik dat mijn lichamelijke beperking voor mijn levensloop niet zo slecht is geweest. Ik hoefde niet zo hard te presteren en kon langer in mijn speel-en knutselwereld verblijven.
Toen ik zestien was ging ik naar de Kunstacademie in Basel. In het basisjaar leerden wij vooral goed waarnemen; tekenen van objecten was een hoofdvak. Door grote tentoonstellingen leerde ik het werk van de moderne meesters kennen zoals dat van Kandinsky en Klee. Door bemiddeling kwam ik naar Heidelberg, om daar alsnog een diploma Middelbare School te halen als basis voor een opleiding als tekenaar.
Door een jeugdvriend die werk van Rudolf Steiner bestudeerde, leerde ik de Antroposofie kennen. Eerder al had ik een ontmoeting gehad, namelijk met de architectuur van het tweede Goetheanum, ik moet toen een jaar of elf geweest zijn. Via het Goetheanum, in 1968, ben ik in de herfst bij de schilderschool van Emil Schweigler en Hans Herman terecht gekomen. Had ik in Bazel al tekenend vormen leren waarnemen, zo werd ik in Dornach vertrouwd met de objectieve werking van de kleuren.
Er waren destijds verschillende scholen verbonden aan het Goetheanum; twee scholen voor Euritmietherapie, School voor Beeldhouwen, Spraakschool, Pedagogisch Seminarie met studenten uit vele landen, met levendige onderlinge contacten. Er was in die tijd een rijk cultureel aanbod, naast kunst kregen we veel antroposofische voordrachten en studies.
In Dornach leerde ik ook Elisabeth Patijn uit Nederland kennen, die daar voor haar euritmieopleiding was. In 1971 kwam ik naar Rotterdam, waar wij in september trouwden. Toen ik voor het in Nederland logeerde, viel me op dat de ramen hier naar buiten opengaan! Via Elisabeth, kwam ik in contact met het lerarencollege van de Rotterdamse Vrijeschool. Daar mocht ik schildercursussen geven en werd ik gevraagd voor kostuum-en decorontwerpen bij toneelstukken op school.
In 1982 verhuisden wij naar Den Haag. Belangrijke opdrachten waren muurschilderingen en reliëfs voor het kinderdagverblijf Huize Thomas in Rotterdam van architect Arü Kasbergen; geschilderde toneeldoeken van het Nederlands Euritmie Ensemble, en de vormgeving van decor, kostuums en belichting voor de Mysteriedrama’s van Rudolf Steiner door het Drempeltheater (initiatief en leiding: Cory Hendriks).
Het schilderen blijft doorgaan. Er is nog zoveel te ontdekken op het pad van beeldende vormgeving!
Wat zijn je Inspiratiebronnen?
Dat zijn er vele, maar als schilder zijn dat steeds weer kleurcombinaties, vooral in de natuur, die mij uitdagen deze schilderend te onttoveren.
Hoe moeten we in het Van Dam Huis naar je werk kijken?
Kijk of je bij een schilderij een eigen titel kunt vinden: door het een naam te geven maak je een intenser contact er mee. En vergelijk: wat is de stemming van het ene werk ten aanzien van een ander kan aanleiding zijn om spelend-verkennend ontdekkingen te doen.
Een kijkje in atelier 1
Een kijkje in atelier 2
Portret van Elisabeth – tekening uit 1979
Recente foto van Hans – Dieter Appenrodt